Verhaal – Drie wensen

Niet altijd is wat je wenst ook het beste voor jou

Elijahoe de Profeet kon er zo uitzien als hij zelf maar wilde. Toen Elijahoe op een dag door een stadje wandelde viel hem een armoedig huis op. Het hek was kapot, en aan de voorkant zag het er verveloos uit. Elijahoe klopte op de deur. De bewoners deden open en zagen een vriendelijke oude man.

‘Komt u binnen, en eet en drink wat met ons’ zeiden Chawa en Joseef.
Samen zaten ze aan tafel en aten een droog broodje met een kopje thee.
‘Het smaakt mij prima! Ik ben een vreemdeling en toch delen jullie het kleine beetje eten wat jullie hebben met mij. Dat vind ik erg aardig!’ Zei Elijahoe tegen Chawa en Joseef. ‘Als dank mogen jullie mogen drie wensen doen’. Chawa en Joseef konden hun oren niet geloven. Het kon gewoon niet waar zijn, maar uiteindelijk besloten ze het toch te proberen.

‘ Ik zou wel een mooi groot huis willen, zei Joseef,’ Zodat ik ruimte genoeg heb voor al mijn boeken .’Elijahoe pakte zijn fluit en blies één toon. Daar verscheen een prachtig groot paleis op de plaats waar eerst het kleine armoedige huisje stond. Chawa begon te dansen van vreugde. Toen bekeek ze zichzelf in haar oude versleten kleren. ‘ Ik zou er best uit willen zien als een hele rijke dame, ‘ zei ze En weer speelde Elijahoe op zijn fluit en hup, daar waren Chawa en Joseef gekleed in de kostbaarste gewaden die ze ooit hadden gezien.
‘Laten we nu als laatste goud wensen’ zeiden ze allebei en voor de derde keer blies Elijahoe en begon het gouden munten te regenen op tafel en de vloer. Chawa en Joseef bogen voorover om de munten die naast de tafel gevallen waren op te rapen. Toen ze weer opkeken was Elijahoe verdwenen.

Jaren gingen voorbij voordat Elijahoe opnieuw langs kwam om te zien hoe het met Chawa en Joseef ging. Toen hij het huis naderde zag hij dat de ramen achter dichte luiken waren verdwenen en er een grote sterke bewaker voor het hek stond. Elijahoe klopte weer op de deur, maar Chawa en Joseef herkenden hem niet. ‘ Scheer je weg,’ riepen ze, ‘ We willen hier geen armoedige vreemdelingen!’ ‘ Wacht, jaag deze man weg,’ zei Joseef tegen de bewaker. Elijahoe was heel verdrietig. Hij had er spijt van dat hij Chawa en Joseefs wensen had vervuld. Zij waren nu rijk en hooghartig en niet meer zo aardig en gastvrij voor vreemdelingen als toen ze nog arm waren.
Elijahoe haalde zijn fluit tevoorschijn en blies een noot. Al het goud in het huis verdween als sneeuw voor de zon. Daarna blies hij nog een noot en alle mooie kleding en juwelen waren verdwenen. Elijahoe blies een derde noot en daar veranderde het prachtige grote paleis weer in het oude armzalige huisje wat er eerst had gestaan.
‘ Kijk nou toch eens, wat er met ons is gebeurd’ zeiden Chawa en Joseef tegen elkaar. ‘ Omdat we niet meer gastvrij en vriendelijk waren tegen de vreemdelingen die onze stad kwamen bezoeken zijn we al ons goud en mooie spullen kwijtgeraakt.’

En vanaf die dag nodigden Chawa en Joseef weer gasten uit in hun huis en dat maakte ze weer echt rijk.

Verhaal – Het sjabbatkruid

Een vrij navertelde midrasj

Heel lang geleden was er een koning die gek was op eten. Wat hij at moest precies zo worden klaargemaakt als hij dat wilde.

Met een snufje van dit en een snufje van dat van de beste en de lekkerste kruiden, en niet teveel zout. Wee de kok die eten opdiende dat de koning niet beviel. Want dan gromde en brulde de koning als een hongerige leeuw, tot de arme kok flauw viel van angst. Maar geen beloning was groot genoeg voor de kok die de koning kon laten smullen van genot.

Op een keer hoorde de koning iemand vertellen over een rabbijn die een wonderkok was. De koning kon niet wachten en stuurde meteen iemand naar de rabbijn met vraag of hij een keer bij hem mocht komen eten. De rabbijn vond het prachtig en nodigde hem uit voor het volgende Sjabbatmaal. Bij zijn aankomst werd de koning vol eerbied naar de tafel van de rabbijn gebracht. De tafel straalde van het licht van de Sjabbatkaarsen. Aan tafel kreeg de koning eerst een slokje van de kidoesjwijn. Daarna nam hij een hapje van de knapperige, warme challa . “Mijn heeerlijk”, zei de koning, “wat een verrukkelijk brood!” En zijn neus krulde van plezier. Daarna volgde een lekkere, kruidige soep, kip overdekt met honing, geurige rijst, hoog opgetast met geroosterde amandelen en zoete rozijnen – en bij ieder gerecht smakte de koning van verrukking met zijn lippen en schudde hij het hoofd van verbazing.

Voor het weggaan dankte de koning de rabbijn met de woorden: “Iedere gerecht dat u opdiende had de smaak van de hemel. Ik zou u heel, heel erg dankbaar zijn wanneer u mij de recepten zou willen geven. Dan zal ik van dit verrukkelijke eten ook in mijn paleis kunnen genieten.” Met een vriendelijk lachje gaf de rabbijn de recepten.

Een week later kwam de koning opgewonden terug. “Rabbi! Mijn kok heeft alle recepten gemaakt, precies zoals u ze heeft gegeven. Maar het smaakte anders, en niet zo lekker als bij u thuis.” “Nee, nee, dat snap ik wel”, zei de rabbijn, “dat komt door de speciale Sjabbatkruiden”. “Sjabbatkruiden? Daar hebt u niets van gezegd, en dat stond ook niet in de recepten. Waar kan ik die kopen?” “Die zijn niet te koop”, zei de rabbijn geduldig. “Wat?! ” bulderde de koning. “Niet te koop? Ik kan alles kopen wat ik wil! Ik ben de koning!” “Sjabbatkruiden kun je nergens kopen omdat ze nergens groeien en ook nergens gemaakt worden”, antwoordde de rabbijn.

“Sjabbat is een geschenk. Een geschenk voor iedereen die God wil eren door het vieren van de zevende dag, de Sjabbat. En als je Sjabbat viert krijgt al het eten op de sjabbattafel die extra lekkere, heel speciale smaak van de sjabbatkruiden”..